Het zou mij nooit overkomen, maar toch raakte ik mijn kind kwijt.

‘Waar is Dax?’ Ik kijk Raf onthutst aan terwijl ik hem deze vraag stel. Een paar tellen geleden stonden ze beide nog in het steegje naast ons huis. Ze mochten hier samen spelen terwijl ik de laatste vuile borden in de vaatwasser zou steken. De belofte van een drie- en vier jaar oud kind blijken helaas weinig waard. Dax is in geen velden of wegen te bekennen.
De paniek slaat toe. Mijn ogen schieten door onze voortuin en speuren de stoepen aan weerszijden van ons huis af. Ik zie hem niet! ‘Dax!’ gil ik uit volle borst. Helemaal aan het einde van de straat beweegt iets. ‘Dax!!’ roep ik nogmaals. De kleine vlek lijkt gehoor te geven aan mijn kreten. Herkenbare, felgroene laarsjes komen iets dichterbij.
De schrik slaat om in woede als Dax verders weinig sjoege geeft terug huiswaarts te keren. Op mijn sokken, met een vuile vaatdoek over mijn schouder waggel ik zo hard ik kan naar de andere kant van onze straat. ‘Ik wacht op oma’ brengt Dax doodgewoon uit als ik hem bereikt heb. Mijn blik valt op de zak paasschuimpjes die hij in zijn handen heeft. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Dax wijst naar de BoerenBond aan de overkant en verteld: ‘Oma moest nog één ding voor ons kopen en komt dan koffie drinken’.
Mijn emoties, bedankt hormonen, schieten alle kanten op. Ik ben zo geschrokken dat de tranen in mijn ogen staan. Ik ben boos op Dax, maar misschien nog wel meer op mezelf omdat er weet ik wat had kunnen gebeuren. En bovenal ben ik geanimeerd door de onschuldige denkwijze van de kleuter naast mij.
Ik herpak mezelf en overtuig Dax er van thuis verder op oma te wachten. Hand in hand sjokken we terug naar Raf. Onze terror peuter ten top blijkt zich vandaag namelijk wel aan afspraken te houden en staat nog altijd in de tuin te wachten.
Niet veel later hoor ik de windgong aan de poort rammelen. Oma dus. Opgewonden rukken Dax, Raf en Fay, die inmiddels ook buiten is, aan de tas in haar hand. Na deze beproeving ben ik toch enorm benieuwd wat de aanleiding was van de hele situatie.
Oma tovert een kleine terracotta bloempot tevoorschijn en een roze doosje. Het woord ‘HAPPY’ schreeuwt me in gouden letters tegemoet. Nog niet geheel de stemming die ik mezelf zou toeschrijven.
Mijn moeder legt uit dat ze in het kader van de Corona crisis een wedstrijd heeft bedacht om onze familie toch verbonden te houden. Ons gezin, maar ook dat van mijn beide broers en uiteraard opa en oma zelf krijgen allen een set ‘Seed bombs’. Het huishouden dat als eerste de klei, zaden en kokos in een vlinderstruik weet te veranderen wint.
De kinderen zijn bloed fanatiek en ik heb geen andere keuze dan direct aan de slag te gaan. Met mijn handen in een beslagkom vol smurrie voel ik me eindelijk terug zen. Is de oorzaak toch nog ergens goed voor.
Reactie plaatsen
Reacties